Reportage Seine Comtesse: ten Noorden en Zuiden van Le Havre (dag 3)

Miriam reist op uitnodiging 8 dagen mee met de Seine Comtesse van Nicko Cruises van Parijs naar Le Havre en terug over de Seine. De Seine Comtesse bezoekt naast Parijs ook Rouen, Le Havre, Caudebec-en-Caux, Vernon en Conflans-Sainte-Honorine.

Le Havre

Vannacht arriveerde de Seine Comtesse al in Le Havre, de ongeveer 100 km lange vaart over de Seine van Rouen naar Le Havre hebben we voor mijn gevoel in recordtempo afgelegd, zelfs inclusief 2 sluizen. We liggen in een nieuw ontwikkeld gebied in de haven met rondom ons nieuwe gebouwen, hogescholen en een mega winkelcentrum om de hoek. Niet de allermooiste plek maar daardoor wel een handige. De afstand tot het centrum valt, heb ik horen zeggen, daardoor mee.

Om negen uur start de excursie naar het stadje Honfleur dat aan de zuidkant van de Seine monding ligt. Aan de noordkant ligt Le Havre. Binnen twintig minuten bereik je de overkant met de enorme brug ‘Pont de Normandie’. Deze is indrukwekkend hoog; het voelt aan als een enorme berg (6% helling) waar je tegen op rijdt.

Honfleur

De hoofdattractie van Honfleur is de haven, le vieux bassin (uit 1681), waar je kunt rondwandelen, een hapje eten en souveniers kunt kopen. De huizen langs één kant zijn lang en smal.

Honfleur biedt net als andere dorpen in de regio veel zeer oude vakwerkhuizen, wat zorgt voor een heerlijke sfeer. Op het hoofdplein vergaap ik me aan de houten kerk (uit de 15e eeuw!) en de separate toren die beide opgebouwd zijn uit oude schepen. Wanneer je goed kijkt, zie je zo planken van een scheepsromp terugkomen (vooral binnen) of een raam.

In een patisserie koop ik wat plaatselijk lekkers om op te smikkelen, zoals een tartelette normandie – een appeltaartje. Ook zie ik veel winkels met regionale producten waar je ingemaakte lekkernijen vindt.

Na een uur rondleiding en een uur zelf verkennen, brengt de bus ons weer terug naar de boot voor de lunch.

Kiezelstrand

Een andere prachtige plek bij Le Havre is Étretat, een dorpje dat op zo’n 30 kilometer naar het noorden ligt. De excursiebus brengt ons in een half uur er naar toe. Het strand van het voormalige vissersdorp bestaat geheel uit kiezelstenen, behoorlijk grote, wat je tocht naar het water erg pijnlijk maakt zonder goede schoenen 😉

Je hebt daarentegen op het kiezelstrand wél een geweldig uitzicht op de kalkrotsen links en rechts met mooie openingen. Ik bezoek 1 rots bovenop, de klif van Amont, zodat ik een mooi uitzicht hebt over de baai. De kalkstenen rotsen zijn miljoenen jaren geleden ontstaan op de zeebodem uit dode schelpdieren. Door erosie veranderen de vormen en bogen, en ook breekt er wel eens wat af. Deze brokstukken neemt de zee op en maakt er weer kiezelstenen van, die terugkeren naar het strand van Étretat.

Terug op de Seine Comtesse gaan we vrijwel direct dineren. Ik sta nog even op het zonnedek omdat de Seine Comtesse weer verder gaat, door de sluis heen richting het kanaal dat parallel loopt aan de Seine.

Bij het diner vallen deze dagen de vegetarische gerechten bij mij zeer in de smaak maar ook bijvoorbeeld het dessert lavendel parfait. In het volgende deel van de reportage zal ik wat meer over het eten vertellen aan boord.

Voor het slapengaan, gaan we nog 1 sluis door: een flinke met boven ons een autoweg op een metershoog viaduct. We worden zo’n 20 cm – praktisch niets 😉 -geschut, afhankelijk van de getijden is het weinig of veel meer. Daarna mogen we weer op pad naar onze eindbestemming vannacht: Caudebec-en-Caux. We arriveren er zo rond 12 uur ’s nachts al.